3.1 Werkrooster
Elke medewerker ontvangt een werkrooster. Een werkrooster is een overzicht van de voor jou geldende werktijden in een bepaalde periode. Je ontvangt je rooster minimaal 2 weken voor de ingangsdatum, tenzij de bedrijfsomstandigheden het noodzakelijk maken dat je werkgever na overleg met jou het rooster aanpast.
3.2 Arbeidsduur
Een fulltime arbeidsovereenkomst heeft een gemiddelde arbeidsduur van 38 uur per week. Dit is een arbeidsduur van 1976 uur per kalenderjaar.
In overleg tussen jou en je werkgever wordt jouw arbeidsduur vastgelegd in je arbeidsovereenkomst.
Je kunt in overleg met je werkgever contractueel afspreken dat je meer werkt dan 1976 uur per kalenderjaar. De maximale overeen te komen arbeidsduur wordt bepaald door de Arbeidstijdenwet en het Arbeidstijdenbesluit.
3.3 Werken op zondag
Het is in een dierentuin gebruikelijk dat er op zondagen gewerkt wordt. Je kunt daarom gedurende het jaar, in afwijking van artikel 5:6 lid 3 van de Arbeidstijdenwet, worden ingeroosterd voor (het) werken op zondag.
Als je een keer niet op zondag ingeroosterd wilt worden, kun je dat bij je werkgever aanvragen. Je werkgever staat dat toe als je in een kalenderjaar ten minste 39 zondagen werkt. Je werkgever kan het verzoek weigeren als de bedrijfsomstandigheden dit noodzakelijk maken.
3.4 Minuren en plusurenregeling
1. De referteperiode voor de jaaruren norm en het bepalen van overwerk kan worden gesteld op het kalenderjaar of het vakantiejaar als default keuze. De werkgever mag ook een andere periode van 12 maanden als referteperiode vaststellen, mits de werkgever die periode voor zijn hele onderneming toepast en die referteperiode ook blijkt uit individuele arbeidsovereenkomst.
2. Als je als werknemer op de einddatum van je arbeidsovereenkomst of in de referteperiode minder uren hebt gewerkt dan de uren die je (gemiddeld) bent overeengekomen met je werkgever en die zijn uitbetaald, dan heb je minuren opgebouwd.
3. Als er aan het einde van de referteperiode minuren zijn, dan vervallen ze, tenzij de oorzaak van de minuren in redelijkheid voor jouw rekening behoort te komen. In dat geval dien je de minuren binnen 3 maanden na af loop van de referteperiode in te halen. Na die 3 maanden vervallen resterende minuren alsnog.
4. Heb je als werknemer minuren op het moment dat je arbeidsovereenkomst eindigt (terwijl de gemiddeld overeengekomen uren wel door je werkgever zijn uitbetaald), dan mag je werkgever het teveel uitbetaalde loon bij de eindafrekening verrekenen als de oorzaak van de minuren in redelijkheid voor rekening van de werknemer behoort te komen.
5. Als na deze verrekening een vordering van de werkgever op jou overblijft, dan moet je die schuld binnen 2 maanden na het einde van je arbeidsovereenkomst aan je werkgever terugbetalen.
6. Let op: Als je als werknemer minuren hebt en je arbeidsovereenkomst eindigt, dan moet je werkgever je wel inroosteren en arbeid aanbieden tot de einddatum voor zover dat werk binnen het bedrijf voorhanden is. Je werkgever moet hierbij wel rekening houden met de belangen van eventuele overige werknemers.
7. Let op: Als je aan het einde van de referteperiode meer uren hebt gewerkt dan als gemiddeld is overeengekomen en die nog niet zijn uitbetaald, kunnen deze uren binnen 3 maanden worden gecompenseerd in tijd voor tijd (zie artikel 3.5), of worden uitbetaald, ook als je arbeidsovereenkomst eindigt.
3.5 Overwerk
Er is sprake van overwerk wanneer je op verzoek van je werkgever in een kalenderjaar meer dan 1976 uur werkt.
Voor ieder uur overwerk ontvang je één uur vrije tijd. Je neemt de vrije tijd op in blokken van vier aaneengesloten uren, maar je mag met je werkgever een andere verdeling afspreken.
Je werkgever berekent aan het einde van elk kalenderjaar het aantal overuren. Ze moeten vervolgens vóór 1 juli van het volgende kalenderjaar worden opgenomen in vrije tijd.
Lukt het niet alle overuren voor 1 juli van het volgende jaar te compenseren in tijd, dan betaalt je werkgever de resterende uren voor 1 augustus uit tegen:
- de eerste 104 uur tegen 100% van het uurloon en
- de overige uren tegen 150% van het uurloon voor de overige uren.
In overleg met de Ondernemingsraad (OR) of Personeelsvertegenwoordiging (PvT) in de onderneming, of bij het ontbreken daarvan in overleg met de personeelsvergadering, kan een overwerkregeling worden afgesproken. In deze regeling kan positief worden afgeweken van de overwerkbepalingen in deze cao.
3.6 Consignatie
Je werkgever heeft een bedrijfsregeling over consignatie (bereikbaarheidsdiensten); de Wet op de Ondernemingsraden (WOR) is hierop van toepassing.
3.7 Feestdagen
Als feestdag gelden:
- Nieuwjaarsdag,
- de beide Paasdagen,
- Hemelvaartsdag,
- de beide Pinksterdagen,
- de beide Kerstdagen,
- Koningsdag en
- in lustrumjaren 5 mei, voor de viering van de Nationale Bevrijdingsdag.
Je mag op basis van je geloof bij je werkgever één keer per kalenderjaar een schriftelijk verzoek indienen om de christelijke feestdagen om te ruilen voor andere feestdagen.
Werk je op een feestdag van 02.00 tot 02.00 uur de volgende dag, dan heb je voor ieder gewerkt uur of gedeelte van een uur recht op vervangend vrij. In overleg met je werkgever neem je de vrije tijd op in de periode van 26 weken die volgt op de feestdag. Lukt het niet de vrije tijd in die 26 weken op te nemen, dan betaalt je werkgever een toeslag van 50% van je uurloon. De betaling vindt uiterlijk binnen 4 weken na afloop van de periode van 26 weken plaats.
3.8 Vakantiejaar
Het vakantiejaar loopt van 1 januari tot en met 31 december.
3.9 Opbouw wettelijke vakantieuren
Bij een fulltime arbeidsovereenkomst heb je een wettelijk recht op 152 vakantieuren (20 dagen) per jaar. Als je in de loop van een kalenderjaar in dienst komt of uit dienst gaat, dan wordt het aantal wettelijke vakantieuren naar rato verminderd. Je bouwt per gewerkt uur, waarover recht op loon of recht op compensatie volgens de overwerkregeling of de feestdagenregeling, in totaal 0,096 vakantieuren op. Het wettelijk deel is 0,0768 en het bovenwettelijk deel is 0,0192.
De wettelijke uren vervallen op 1 juli na het jaar waarin ze zijn opgebouwd.
3.10 Opbouw bovenwettelijke vakantieuren
Bij een fulltime arbeidsovereenkomst heb je recht op 38 bovenwettelijke vakantieuren (5 dagen) per jaar.
Als je in de loop van een kalenderjaar in dienst komt of uit dienst gaat, dan wordt het aantal bovenwettelijke vakantieuren naar rato verminderd.
De bovenwettelijke uren verjaren 5 jaren na de laatste dag van het vakantiejaar waarin ze zijn opgebouwd.
3.11 Vakantie-overzicht
Jouw werkgever zorgt voor een duidelijk overzicht van jouw vakantierechten. Hierbij wordt aangegeven hoeveel uren per vakantiejaar je hebt opgebouwd en opgenomen. Daarnaast staan zowel de vervallen wettelijke als de verjaarde bovenwettelijke vakantierechten aangegeven.
3.12 Buitengewoon verlof
Op basis van de Wet arbeid en zorg heb je in een aantal gevallen recht op doorbetaald verlof, zoals calamiteitenverlof of kort- en langdurend zorgverlof.
Je hebt daarnaast ook recht op buitengewoon, betaald verlof in de situaties volgens onderstaande tabel. Dit is wel onder de voorwaarde dat je de gebeurtenis tenminste één dag van tevoren meldt aan je werkgever onder overlegging van bewijsstukken.